Zorg op de Lingewaard

Het kan voorkomen dat een leerling er niet in slaagt zich de leerstof van een bepaald jaar eigen te maken. Er hoeft dan niet direct sprake te zijn van een leerstoornis. Omstandigheden en/of ontwikkeling kunnen hierbij een rol spelen. Uitgangspunt is het gegeven dat de leerling de leerstof van het volgende schooljaar dan niet met succes kan verwerken. In een dergelijk geval besluit de school dat de leerling niet kan doorstromen naar de volgende groep.

Bij complexe problematiek is ambulante begeleiding van externe deskundigen uit het speciaal onderwijs mogelijk. In sommige gevallen is het niet mogelijk de gewenste begeleiding te bieden. Dan kan verwijzing naar het speciaal onderwijs plaatsvinden. Als er vermoeden is van hoogbegaafdheid, moet dit door deskundigen worden vastgesteld. Door de keuze van de methoden en extra materialen is het mogelijk extra uitdaging te bieden.

We kunnen de ‘zorg voor leerlingen’ indelen in 3 niveaus:

1. De zorg op groepsniveau

De leerling komt bij een leerkracht in de groep. Deze leerkracht ondersteunt het kind tijdens het leerproces. Af en toe is misschien extra uitleg nodig. Vaak gebeurt dit tijdens de les of eventueel na schooltijd. Ook kan de leerkracht u als ouder verzoeken bepaalde stof extra te oefenen met uw kind. Gelukkig kunnen de meeste leerlingen op deze manier het onderwijs zonder problemen volgen.

2. De zorg op schoolniveau

De Kwaliteitscoördinator (KC’er) neemt op verzoek van de groepsleerkracht een extra toets af. Indien noodzakelijk wordt er voor de desbetreffende leerling op basis van de toetsgegevens een individueel handelingsplan opgesteld. Na enkele weken worden de resultaten opnieuw getoetst om te controleren of het gewenste resultaat is bereikt.
De KC’er heeft ook contact met de externe schoolbegeleider (orthopedagoog) via consultatiegesprekken. Ook de oudergesprekken, na een test, worden gehouden in het bijzijn van de KC’er.

3.  De zorg op bovenschools niveau

Soms zijn de problemen omtrent het leerproces of het gedrag van een kind van dien aard dat de school hulp buiten de school moet zoeken. De KC’er heeft een aantal keren per jaar een gesprek met de school-begeleider over de ‘zorgleerlingen’. De schoolbegeleider adviseert. Ook de schoolarts en logopedist kunnen om advies worden gevraagd. Wanneer dit soort advies wordt ingewonnen gaat dit altijd in overleg met de ouders. Op deze manier proberen we de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden.